Logische niveaus van Dilts

De neurologische niveaus van Gregory Bateson en Robert Dilts kunnen voor verschillende doelen worden gebruikt. Met dit model kun je veel krachtige en mooie resultaten bereiken tijdens allerlei gelegenheden of het nu gericht is op het oplossen van problemen of het voeren van een belangrijk gesprek. 

De logische niveaus van Bateson en Dilts worden veelal van laag naar hoog doorlopen en worden hierna dus ook van onder naar boven beschreven. De lagere niveaus bevatten concrete zaken en gedachten. De hogere niveaus zijn complexer en minder tastbaar. Deze niveaus zorgen daarom vaak voor diepere gesprekken, inzichten en oplossingen.

Omgeving en context

Wat zien we zelf als onze externe mogelijkheden of beperkingen. Het gaat dus zowel over positieve als negatieve onderwerpen. Je kunt heel concreet op zoek gaan door je af te vragen waar je bent (of was), wanneer je het deed en met wie? Maar ook het omgekeerde wanneer niet. Ook vragen waar je op reageerde en de context zijn hier relevant.

Gedrag

Onze specifieke handelingen of reacties zijn waarneembaar en vaak ook meetbaar. Dit is het niveau dat ook door anderen waarneembaar is. Relevante vragen zijn: wat kun je doen en doe je eventueel al? Hoe doe je datgene en wat doe ik ervoor? Maar ook wat kunnen anderen daarvan waarnemen en wat is het resultaat?

Vermogens

Op het volgende niveau komen we capaciteiten, deugden, emoties kwaliteiten, talenten en vaardigheden tegen. Daarbij kunnen vragen gesteld worden als: Wat kan ik (of je dat wel of niet gebruikt)? Hoe kan ik dit een volgende keer doen? Welke emoties kan ik aanroepen? Andersom zou je de vraag ook kunnen stellen: Wat kan ik juist niet?

Overtuigingen

Overtuigingen en de bijbehorende waarden zijn drijfveren. Ze laten je in beweging komen. Je kunt het consistency-principe gebruiken om mensen in beweging te krijgen door eerst een vraag te stellen op het niveau van overtuigingen. Dat zou een vraag kunnen zijn als: “Vind je dit monument belangrijk? Oké, fijn dat je het belangrijk vindt! Wil jij dan, omdat je het belangrijk vindt, een bijdrage doen om het monument in stand te houden?
Vragen die je zou kunnen stellen zijn: Waarom doe je het zo of waarvan ben je overtuigd? Om naar waarden te vragen kun je altijd de vraag stellen wat iemand belangrijk vindt.

Identiteit

Bij identiteit gaat het weer wat dieper dan bij de overtuigingen, het gaat om zelfbewustzijn. Dat is niet meer met woorden uit te drukken, maar er kunnen wel vragen worden gesteld. Vragen als: Wie ben ik of wat zegt dat over mij? In welke rol zit je hier of welke karaktereigenschappen heb ik?

Persoonlijk spiritueel

Het gaat in dit laatste niveau om de missie, de reden dat je er bent. Je kunt een missie ontdekken, maar niet bedenken. In het laatste geval kan dat betekenen dat er een mis-match ontstaat, doordat je iets wilt zijn dat je niet bent. Dat is niet wie je echt bent. Het gaat hier om zingeving en ook daar zijn vragen bij te stellen als: Wie ben je en waartoe ben je hier? Wat is je doel, je droom, je roeping?

Tot slot

De niveaus zijn afhankelijk van elkaar. Hoe hoger het niveau, hoe groter de invloed, maar ook hoe moeilijker het is te veranderen. Wanneer je een hoger niveau verandert heeft dat automatisch gevolgen voor de lagere niveaus. Wanneer je op de lagere niveau wat verandert, kan dat invloed hebben op de hogere niveaus, maar dat hoeft niet.

Meer informatie:
Verander je overtuigingen, Robert Dilts, 2006
Sleight of Mouth – The Magic of Conversational Belief Change, Robert B. Dilts, 1999

Welkom » Welkom bij Preminent » Wetenschap » Psychologie » Logische niveaus van Dilts