Big Bang (oerknal)

Een van de meest ingrijpende, maar ook ingewikkelde gebeurtenissen van het heelal is de Big Bang. Wetenschappers doen er al jaren onderzoek naar en er ontstaan verschillende ideeën.

De oerknaltheorie is door de Leuvense hoogleraar en priester dr. Georges Lemaître bedacht. De term ‘big bang’ werd door Fred Hoyle in 1950 geïntroduceerd en was negatief bedoeld. Hij was dan ook geen aanhanger van de theorie. De term ‘oerknal’ komt van Kees de Jager.

Die afkeer van Hoyle is wel te begrijpen als je de theorie bestudeert. De fysica komt weinig overeen met wat wij tegenwoordig ervaren. Op deze pagina wordt dit in grote stappen beschreven, maar in aparte onderdelen wordt dat (later) verder uitgewerkt.

In eerste instantie waren de natuurkrachten die we nu kennen er nog niet of werkten wellicht anders. De temperatuur was ongelooflijk hoog 1030 graden Celsius. In een hele korte periode 10-32 seconde groeide het heelal met een onvoorstelbaar grote factor en werd 1075 keer zo groot. Allemaal voor de mens onvoorstelbare grootheden.

Later gingen onze huidige natuurkrachten gelden en dijde het heelal langzamer uit en met dat uitdijen daalde de temperatuur. De eerste deeltjes ontstaan, maar nog lang bleef de materie een plasma, waarin allerlei deeltjes zich vrij konden bewegen. Toen de materie was afgekoeld tot ongeveer 3000 graden Celsius vormden zich uiteindelijk atomen. De atoomkernen konden elektronen aan zich binden.

Na verloop van tijd werd de materie steeds meer verspreid. Er ontstonden echter wel plekken waar zich sterren vormden en groepen sterren die sterrenstelsel gingen vormen.

Tegenwoordig hangen de meeste wetenschappers de oerknaltheorie aan en wordt de ouderdam van ons heelal op ongeveer 13,7 miljard jaar geschat.

Maar ook nu worden er kanttekeningen gezet bij deze theorie.

Meer informatie:
At the Edge of Time, Dan Hooper, 2019

Welkom » Welkom bij Preminent » Wetenschap » Fysica » Kosmologie » Big Bang (oerknal)