Binnen de chemie gelden een aantal algemene regels, die gelden voor het aan elkaar verbinden van atomen.
Allereerst gedragen atomen zich nogal verschillend en dat verschil wordt vooral bepaald door het aantal elektronen dat zich rond de kern bevindt. Deze bevinden zich in schillen. De atomen streven ernaar om de buitenste schil helemaal te vullen. Soms betekent het als een atoom een elektron in de buitenste schil heeft dat het atoom dat elektron kwijt wil, maar de atomen die de buitenste schil bijna vol hebben willen een dergelijk elektron gewoon ontvangen. De win-win-situatie die daaruit ontstaat leidt tot een chemische reactie tussen de moleculen. Dat kan leiden tot een binding tussen de ionen van de stoffen en tot een covalente binding.
Binnen metalen is er nog een andere vorm van binding en dat is de metaalbinding. Metalen willen graag een of meer van hun elektronen kwijt en die gaan vrij bewegen in het rooster van de atomen. Dat is de reden dat metalen goede geleiders zijn voor elektriciteit.
Ook tussen moleculen kunnen er krachten ontstaan, zoals de Van der Waalskracht en waterstofbruggen.