In een democratie is het ultieme model dat iedereen overal in participeert en ook zeggenschap heeft. In de praktijk is dat echter niet haalbaar. Sherry Arnstein biedt met de participatieladder biedt een aantal mogelijkheden om een optimale vorm van participatie te vinden in een bepaalde situatie.

Doordat het daadwerkelijk besturen veel tijd en kennis kost zullen maar weinig mensen die moeite willen nemen. Terwijl juist dan de hoogste participatie wordt bereikt. Het aantal betrokkenen kan worden verhoogd door een lagere trede van de participatieladder te kiezen. Dan zijn meer mensen betrokken en daarvan zijn wellicht ook een aantal bereid om activiteiten uit te voeren die hoger op de ladder staan.
De Participatieladder bestaat uit 6 treden. Sherry Arnstein onderkende er aanvankelijk twee meer (manipulatie en therapie), maar dat waren treden die geen echte participatie inhielden.
Hierna wordt de ladder van laag naar hoog beschreven. Hoe hoger op de ladder, hoe meer invloed de omgeving op het project heeft.
Informeren
Deze trede is niet interactief en daardoor zou je ook deze trede kunnen uitsluiten als participatie. Het bestuur informeert slechts en dat betekent eenrichtingsverkeer. De stakeholders hebben geen echte inbreng in deze situatie.
Inspreken
Op deze trede wordt de participatie al wat groter. De stakeholders krijgen een plan met daarbij wellicht een aantal varianten. Dit plan wordt met de stakeholders besproken en het resultaat van die bespreking kan leiden tot wijzing van het plan. Hierdoor krijgt het definitieve plan al wat meer draagvlak.
Consulteren
Bij deze trede worden de stakeholders al eerder betrokken. Ze kunnen meewerken aan de totstandkoming van het plan dat bij het inspreken wordt voorgelegd.
Door deze aanpak hebben de stakeholders meer invloed en is de kans op acceptatie van het plan aanmerkelijk groter.
Coproduceren
De participatie kan na het consulteren worden vergroot door de stakeholders te betrekken bij het maken van de verdere aanpassingen en wellicht ook het uitvoeren ervan. Daardoor is er nog meer samenwerking en acceptatie. In de plannen kan bijvoorbeeld ruimte en/of budget aan de stakeholders worden gegeven om delen van het plan naar hun inzicht in te vullen. Daardoor wordt het plan ook meer eigen..
Delegeren
Op deze trede mogen de stakeholders daadwerkelijk meebeslissen over zoveel mogelijk facetten van het plan. Daardoor worden ze nog actiever betrokken en kunnen hun belangen nog beter worden meegenomen.
Zelfbestuur
In deze laatste vorm krijgen de stakeholders de volledige zeggenschap over het plan en vervult de overheidsinstantie en/of de planontwikkelaar een faciliterende rol.
Tot slot
Bij het gebruik van de participatieladder is het belangrijk dat kaders en afspraken duidelijk zijn, waardoor de verwachtingen ook realistischer worden. Niet alles is mogelijk, er zijn bij elk plan ook grenzen.
In het algemeen zullen vaak kleinere plannen (als het aanleggen van een speelplaats of het groen in de omgeving) hoog op de ladder komen en de grote lager. Dat heeft vaak ook te maken met het omvangrijker worden van het aantal stakeholders en de grotere belangen die met dergelijke plannen samenhangen.
Meer informatie:
A Ladder of Citizen Participation, Sherry R. Arnstein, 1969