Het Oud Stenen Tijdperk (Paleolithicum – de periode voor 9000 voor Christus) is een erg lange periode die na de IJstijd uit het Saalien begint.
Het is waarschijnlijk dat tijdens de koudste perioden uit de IJstijden onze regio niet werd bewoond, maar in de tussenliggende warmere perioden keerden de mens(achtig)en weer terug naar deze noordelijker gelegen streken.

Het paleolithicum wordt vaak in drie tijdvakken ingedeeld:
- Vroegpaleolithicum (1,4 tot 0,3 miljoen jaar voor Christus)
Een periode die ongeveer 80% van de menselijke geschiedenis beslaat en waar enkele vroegere mensachtigen (Homo erectus, Homo antecessor en Homo heidelbergensis) leefden. Dit tijdvak eindigde met het Holsteinien-interglaciaal, een warme periode tussen twee ijstijden. - Middenpaleolithicum (300.000 tot 40.000 voor Christus)
In dit tijdvak leefden de Neanderthalers Homo neanderthalensis) in Europa. - Laatpaleolithicum (40.000 tot 10.000 jaar voor Christus)
In dit tijdvak verschijnen de anatomisch moderne mensen (Homo sapiens). Dit tijdvak duurt tot de laatste ijstijd voorbij is.
Deze tijdvakken beschrijven ongeveer 99% van de geschiedenis van de mens. Wat we over deze periode weten komt vooral voort uit archeologische bronnen.
De vroegste bewoningssporen in Nederland dateren uit het Saalien, de voorlaatste ijstijd, tussen 300.000 en 130.000 jaar geleden.
De mensen die hier toen leefden trokken als jager/verzamelaars rond in kleine groepen en verbleven steeds tijdelijk op hun verblijfplaatsen. Tijdens de koude perioden bestond het groot wild onder meer uit rendieren, mammoeten, paarden en steppewisenten. In het late paleolithicum werd vooral op paarden en rendieren gejaagd.
Tijdens de warmere perioden werd er onder andere op herten, wilde zwijnen en oerossen gejaagd.
Elders in Europa zijn veel oudere resten gevonden, die tot wel 1,4 miljoen jaar oud zijn. Buiten Europa zijn zelfs resten gevonden die 1,8 miljoen jaar oud zijn.
Meer informatie:
Steentijd in je eigen tijd – Vondsten, materialen en technieken, Dorothee Olthof & Diederik Pomstra met bijdragen van Rob Houkes, 2021