Middeleeuwen

De naam Middeleeuwen kenden de mensen uit die tijd niet. Later is deze naam gegeven aan een periode die van ongeveer 450 tot 1500 na Christus duurde. De Middeleeuwen begonnen in West-Europa na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk. Doordat de macht van dat rijk afnam, ontstond er ruimte voor een groot aantal volken. Een deel van de Romeinse erfenis werd door hen overgenomen.

Over het algemeen zijn er weinig bronnen uit de Middeleeuwen. De bronnen die er zijn hebben worden vaak gevormd door beschrijvingen van geestelijken en ambtenaren aan het hof. Het mag duidelijk zijn dat deze laatste groep de daden van de vorst niet altijd even objectief beschreef. Het aantal archeologische vondsten neemt in deze periode drastisch af.

Vooral over de jaren 450-600 is verhoudingsgewijs weinig vastgelegd. De opkomende volken waren vaak niet of maar beperkt in staat te lezen en te schrijven. Bovendien was het voor de vele adelen met ambitie de kans om nu macht op te bouwen en dat doe je niet met de pen, maar met het zwaard. Het was bovendien een tijd van grote groepen die naar andere streken trokken om een nieuw bestaan op te bouwen; dat zijn later de volksverhuizingen genoemd.

Door het wegvallen van de Romeinse staat verdween ook de Pax Romana, de Romeinse vrede. De marktgerichte handel en economie verdween steeds meer op de achtergrond en daardoor vielen veel mensen terug op kleinschalige zelfvoorzienende gemeenschappen. Door de afnemende welvaart en de onderlinge rivaliteit nam ook de omvang van de bevolking af. Door deze nieuwe situatie werd militair succes steeds meer de basis van de macht van de nieuwe vorsten en dit ging ten koste van de hard werkende bevolking.

Regionaal zorgde de kerk voor een stabiele basis voor het bestuur. De kerkelijke hiërarchie had in de Middeleeuwen in alle grote plaatsen bisschoppen en die namen na het wegvallen van de Romeinse bestuurders het lokale en regionale bestuur over. Maar langzamerhand nam de opkomende adel deze rol weer van hen over, terwijl de kerkelijke bezittingen vaak een welkome buffer vormden, die confrontaties tussen de vele krijgsheren te voorkomen.

De macht van de adel groeide steeds verder en leidde tot grootgrondbezitters die hun bezit beschermen met versterkte hoeven, mottes en kastelen. Er ontstaat een systeem waarin velen aan deze grootgrondbezitters onderhorig waren en de wensen en grillen van hun heer moesten zien te vervullen.

Toen de bevolking weer begon te groeien en het klimaat gunstiger werd, begon het ontginnen van de woeste gronden. Bos, heide en veen werd ontgonnen en omgezet in akkers. Ook lager gelegen gebieden worden door dijken en kades steeds meer geschikt om te gebruiken. Veel van de steden en dorpen ontstaat of groeien in deze tijd en de handel komt weer steeds meer op gang. Om deze gezamenlijke plekken te beschermen tegen het lokale geweld van adel en ridders werden wallen, schansen en landweren aangelegd.

Ondertussen ontstonden er steeds meer kloosters met monniken en nonnen. Dit was vaak een veilig onderkomen voor de Middeleeuwers. De kloosters boden de adel de mogelijkheid om het versnipperen van hun bezit te voorkomen. De kloosters zorgden voor het vastleggen van kennis over en uit de antieke wereld, die anders voor eeuwig verloren zou zijn gegaan.

In de late Middeleeuwen wisten de steden steeds meer macht naar zich toe te trekken. De eerste universiteiten ontstonden en door het instellen van gilden kon kennis veel beter worden overgedragen en ontstond er ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen de stedelijke vakgenoten.

Bovendien komen veel mensen om door de enorme pestepidemieën, waardoor arbeidskrachten schaars worden en de adel steeds meer moeite moet doen om mensen aan zich te binden.

Meer informatie:
The History of the Medieval World, Susan Wise Bauer, 2010
The Middle Ages, Morris Bishop, 2015
The Transformation of the Roman West, Ian Wood, 2018

Enkele onderwerpen die samenhangen met de Middeleeuwen zijn:

Welkom » Welkom bij Preminent » Geschiedenis » Archeologie » Archeologische perioden » Middeleeuwen