De managementstijlen van Kolb worden vaak gecombineerd met de leerstijlen en begeleidingsstijlen van hem en het dynamisch veld leren.
In de managementstijlen van Kolb zien we twee assen met enerzijns mensgericht en taakgericht en anderzijds resultaatgericht en procesgericht.
Door deze twee assen ontstaan vier vlakken met de daarbij behorende managementstijlen.
De medewerkers moeten door het management zo optimaal mogelijk begeleid worden om de afgesproken taken uit te voeren. Daarbij zullen afspraken over de tijd en de scope worden gemaakt. Ook zullen daarbij de regels worden verwoord die gelden.
We onderscheiden vier managementstijlen: helper, leraar, instructeur en coach.
Helper
De helper is zowel proces- als mensgericht en hanteert een divergerende stijl van leidinggeven. Dat betekent dat de medewerkers altijd bij de helper terecht kunnen en dat deze dan ook tijd maakt om te luisteren naar de verhalen en gevoelens van de medewerkers. Ook hoe hun ontwikkeling en hoe zij de dingen zien is voor de helper van belang. Daardoor weet de helper precies wat er in zijn medewerkers omgaat.
De grote luisterbereidheid, het communicatievermogen en veel geduld zijn de sterke kanten van de helper.
Leraar
De leraar is proces- en taakgericht en weet daarom precies zoals het moet. Wanneer medewerkers dat inzicht (nog) niet hebben, dan zal de leraar hen dat inzicht bieden door de feiten of samenhang van ze zaken weer te geven. Waar mogelijk maakt de leraar daarbij gebruik van schema’s en diagrammen die dit weergeven. Ook zal de leraar het verband leggen met het gedrag van de medewerkers.
De sterke kanten zijn dat de leraar ingewikkelde zaken eenvoudig kan uitleggen en waar nodig in een figuur kan weergeven. Omdat de medewerkers inzicht in hun processen en hun taken moeten hebben vindt u het ook niet erg om het nog een keer uit te leggen hoe dat werkt.
Instructeur
De instructeur is zowel taak- als resultaatgericht. Dat uit zich in duidelijke instructies. Daarmee ontstaat veel duidelijkheid naar de medewerkers, maar het kan ook weerstand oproepen.
De kracht van de instructeur is dat het werk efficiënt georganiseerd wordt en taken en verantwoordelijkheden voor iedereen duidelijk zijn. Waar nodig wordt het werk gedelegeerd, maar de uitvoering ervan wordt nauwlettend gevolgd, want alles moet wel gedaan worden zoals de instructeur het heeft aangegeven.
Coach
De coach is zowel resultaat als mensgericht. Daarom zal de coach medewerkers stimuleren om initiatieven te nemen. Ook zal hij het team enthousiasmeren voor het werk dat gedaan moet worden. Het functioneren als team en het versterken door bijvoorbeeld teambuilding en andere activiteiten zal daarom ook een belangrijke plaats innemen.
De gedrevenheid, de zorg voor het team en het oog voor de resultaten zijn sterke kanten van de coach. De groepsgeest zorgt voor de resultaten. Wanneer de medewerkers creatief zijn laat de coach dat toe als dat tot een beter resultaat leidt. Zo zal hij kleine fouten de medewerkers ook niet aanrekenen.